Deze rit werd wordt gesteund
door Canticum Novum. Canticum is het koor waar ons teamlid Jan deel van uitmaakt. Of het onheil die boven Jan hing ook de rit van Canticum heeft beïnvloed zal voorvallend ter discussie staan maar zeker is, deze rit was beduveld.
Het zag er nochtans allemaal goed uit. Plannen werden gesmeed om volledig op te gaan in het Caminogevoel en de tijd te nemen om hier en daar herinneringen vast te leggen, hetzij met beeldmateriaal hetzij met kennismaking van mede-bedevaarders. De eerste kilometers werden aangevat aan een gezapig tempo. Buiten een eenzame ezel hadden we, voorlopig, weinig of geen contacten. We hadden wel weet dat er zich een zware beklimming zou aanbieden. We namen nog even de tijd voor een kop koffie en vooral het observeren wat er allemaal passeerde, te voet of met de fiets. Veel fietsers konden we niet opmerken en later zou blijken waarom…
Even de Belgische vierkoppige delegatie uit Herentals laten passeren en dan de fiets op. Vrijwel onmiddellijk schoot de baan de hoogte in. Aanvankelijk licht aarzelend maar dra had de berg geen medelijden meer met ons. De landgenoten uit de streek van onze wielerkeizer Rik Van Looy hielden het op een rustig tempo. Die zouden we niet meer terug zien, toch niet vandaag. Nu begon de klim en de afgelopen dagen zijn tol te eisen. Direct lag ons drietal uit elkaar. Verschillende kilometers bleef het stijgingspercentage de hoogte in gaan. Gemiddeldes van 9 en 10% per kilometer volgden elkaar op speelse wijze op. Aan de kant van de weg stond een mountainbiker wat te rusten, althans dat vermoedde ik. Toen hij mij, als laatste van ons drietal zag naderen sprong hij zijn fiets op en meteen superklein mini-verzetje vervolgde hij zijn weg. Deze, Franssprekende Zwitser, zou geen partij zijn voor mij. Toch weer iemand die ik kan achterlaten… De top van deze berg, Alto O Cebreiro, bestaat ook nog uit een tweede deel. Toen wij halt hielden kwam de Zwitser, tot bij ons met een bijna smekend gezicht om water of iets eetbaar. Zijn fles werd gevuld met frisse cola en zijn achterzakken gevuld met koeken en kersen. Zo, weer iemand geholpen. Wij fietsten verder en in no time staken wij de geholpen Zwitser voorbij. Op de top van het tweede gedeelte de eigenlijke echte top op 1300 m stonden onze begeleiders reeds klaar met het middagmaal. De Zwitser had ons opgemerkt aan de kant van de weg en hij bedankte ons nogmaals zo hard dat dit moet hoorbaar geweest zijn in het 400 meter lager gelegen dal.
Na het versterken van de innerlijke mens terug de baan op want Compostela ligt te wachten. Na wat op en neer te fietsen even halt houden aan een standbeeld en tijd nemen om wat foto’s te nemen. Plots merken we een Nederlandse Caminovaarder op die we al een tijdje hadden gespot. Wat dat niet die Hollander die op weg naar Cruz de Ferro halt hield om via zijn gsm een praatje te maken? Inderdaad, die gozer vroeg om een kiekje te schieten van hem aan het standbeeld. We zouden deze rakker vermoedelijk nog wel tegenkomen.
We zetten de lange afdaling in op een rustige wijze. Het werd echter steeds kouder en de wolken stapelden zich op. Wat pas later werd verwacht begon onverwachts nu. Boven gingen de sluizen helemaal open. Donder en bliksem zorgden voor een prachtig klank- en lichtspel maar daar hadden wij geen boodschap aan.
Schuilen dan maar zeker. Het regenwater bleef met bakken naar beneden stromen. De haarspeldbochten werden ijsbanen. Er zat niets anders op dan even schuilen. Veiligheid voor alles en we willen nu vooral ons doel, Compostela, kost wat kost halen. Vijf minuten werden er twintig en de toestand klaarde niet op, integendeel. Nog wat wachten en overleggen naar plan b. Zo konden we niet in de camper, aan de rand van de straat, blijven. We moesten dus plaats zoeken voor een overnachting. Iets verderop, in het eerstvolgend stadje, was er een Albergue. Slapen voor 6 op een kamer met aansluitend een 8-persoons kamer, enkel van elkaar gescheiden door een deuropening. Dit was decentste keer dat we geen gebruik maakten van ons eigen voertuigenpark. Alles wat heel netjes en plaats genoeg. Dan maar wat vertier gaan zoeken. Dit vonden we vrijwel onmiddellijk in een nabijgelegen café. Daar ontmoeten wij die Nederlander, jullie weten nog diegene die midden op een berg een praatje staat te maken via zijn gsm. Er werden wat verhalen verteld en zowel Piet Hein, nee niet die van de Zilveren Vloot maar een heel leuke Hollander die het best kan vinden met ons groepje Belgen, als wijzelf kwamen, tussen de potten bier door, heel watten weten over elkaar. Zo gaat dat dus tijdens de Camino. Dat is dus het Caminogevoel. Dankjewel Piet om dit Caminogevoel extra in de verf te zetten. Wat gegevens uitgewisseld en hop na de schoonmaak van lijf en leden op zoek naar een plaats om te dineren. Voor de spotprijs van 15€ kregen we een voorgerecht, hoofdschotel, dessert en wijn/water op tafel en het was nog lekker en veel ook.
Na wat Vlaamse liedjes gezongen te hebben voor alle aanwezigen moesten we (al) naar onze slaapbedden. De Guy heeft hier zowat alle bossen doorgezaagd 🪚 met zijn geknor tot groot jolijt van… niemand. Hijzelf heeft er geen last van gehad en kon er gelukkig doorslapen. Wij daarentegen…
Voila, nog twee korte ritten te gaan. Inmiddels is de voorlaatste rit ook beëindigd maar dat is voer voor vanavond.
Haha leuk om te lezen. Het is treffend geschreven Rudy, het caminogevoel blijft je bij!
nog dank voor de gezelligheid.
Piet-Hein